Peale's Papegaaiamadine


Erythrura pealii

Er worden geen ondersoorten beschreven.

Deze soort komt nog wel voor in avicultuur, maar de aantallen zijn beperkt. De kweek is niet heel moeilijk en gebeurt meestal koppelsgewijs in ruime kooien of vluchten. Ze zijn wat kwetsbaarder voor vervetting en voor bacteriën dan de meer gangbare papegaaiamadines. Een aangepaste voeding met veel graszaden en een zeer schone omgeving kan helpen om de gemiddelde levensverwachting van deze vogels omhoog te krijgen. In de aanloop naar de broedtijd moet toch wat meer risico genomen worden met de voeding, anders zullen de eieren veelal onbevrucht zijn. Deze soort heeft ook wel de neiging om van de eigen ontlasting te gaan eten. Een bodemrooster in de kooi kan daarbij enige uitkomst bieden. De pop is doffer groen, heeft minder blauw op de borst en het rood op de kop is matter.

Ringmaat 2,7

Deze soort komt voor op Fiji (Kadavu, Viti Levu, Vanua Levu and Taveuni)

Leven op open plaatsen en langs bosranden. Voeden zich met zaden en insecten en foerageren ook op rijstvelden. De populatie wordt niet bedreigd en de populatietrend wordt als stabiel beschouwd.

Voor het eerst beschreven door: Hartlaub, 1852

Benaming in verschillende talen

Nederlands: Peale's papegaaiamadine, Kortstaartpapegaaiamadine

Engels: Peale's Parrotfinch, Fiji Parrotfinch

Duits: Peale-Papageiamadine, Fidschi Papageiamadine

Frans: Diamant de Peal, Diamant de Peale, Diamant des Fidji

Spaans: Diamante de Fiji, Diamante de Fiyi, Pinzón Loro de Fiji

Italiaans: Diamante di Peale

                          Kweker Jurre Bugel

                            © Henk de Vos

                                © S. Flapper links de man en rechts de pop

                          © S. Flapper

                          © S. Flapper

                           © S. Flapper

                                © S. Flapper jongen 6 dagen oud

                                 © S. Flapper jonge vogel 35 dagen oud