Bichenowastrilde
Nominaatvorm:
Stizoptera bichenovii bichenovii of Taeniopygia bichenovii bichenovii
Ondersoort:
Stizoptera bichenovii annulosa of Taeniopygia bichenovii annulosa
In het wild
De witstuit leeft in Oost Australië, van Cape York Peninsula tot oost Victoria. De zwartstuit leeft in Noord Australië, van Kimberley tot de Golf van Carpenteria en Northern Territory. De verspreiding en leefomgeving zijn savannen, weide- en akkerlanden. De bichenow astrilde komt voor tot in de drukbevolkte gebieden, zoals tuinen en parken. De bichenow astrildes verblijven veel op de grond en in de lage begroeiing, waar ze handig in klimmen en klauteren. De bichenow astrildes leven het gehele jaar door in groepen. In droge perioden vormen ze grote zwermen op zoek naar water. De nesten worden gebouwd op 1,5 tot 3 meter hoogte, in struiken of boompjes. Het nest wordt in een gevorkte tak gebouwd. Het legsel bestaat uit 4 a 6 eieren en als er jongen zijn worden deze ook met insecten gevoerd. De populatie in de natuur wordt niet bedreigd en de populatietrend is stabiel.
In avicultuur
Een geschikte soort voor beginners. Een beweeglijke en opgewekte vogel met veel onderling sociaal gedrag. Deze kan zowel in de broedkooi als in een (gezelschaps) volière worden gekweekt. Met voldoende rust worden de meeste legsels zelf succesvol uitgebroed en grootgebracht. In een kolonie met teveel exemplaren vinden ze onvoldoende rust. Deze soort heeft een weliswaar klein territorium, maar dit wordt wel fel verdedigd. Daarom is het niet verstandig een nestkast in het binnenhok te hangen. Het binnenhok wordt dan het territorium waardoor andere vogels niet of te weinig bij het voer kunnen komen. Het verschil tussen man en pop is soms lastig te zien. Een ervaren kweker zit vaak wel voor 80% juist, maar vergissen is nog altijd mogelijk. De pop heeft vaak wat minder brede bandjes, minder heldere borst en wangen en het zwart op het voorhoofd loopt minder ver door. Ook de snavelbasis kan wat smaller zijn. Verder baltsen de mannen al vroeg.
De kweek
De jongen zijn binnen 4 maand op kleur, toch kunnen de witte stippen nog wel een jaarlang steeds helderder doorkleuren. De mannen zijn over het algemeen wat eerder broedrijp dan de poppen maar dit zal rond de 9 maanden zitten.
Mutaties
De bichenow kent één mutatie dit is de bruine variant. Deze mutatie vererft geslachtsgebonden recessief.
Ondersoort
De volgende link geeft een duidelijk overzicht van de vererving.
Benaming in verschillende talen
Nederlands: Bichenowastrilde
Duits: Ringelastrilde, Ringelamadine
Engels: Double barred finch, Bicheno finch, Owl finch.
Frans: Diamant de bicheno
Spaans: Diamante de Bicheno, Pinzón de Dos Barras
Italaans: Diamante di Bichenow
Nederlands : Zwartstuit bichenowastrilde
Duits: Schwarzbürzel Ringelamadine , gitterfügelamadine
Engels: Black rumped Owl finch, Black-ringed Finch
Frans: Diamant à croupion noir
Witstuit Wildkleur
Witstuit Bruin
Zwartstuit wildkleur
Zwartstuit Bruin